Zet een grote stoofpot met olijfolie op het vuur.
Doe de knoflook, het rode pepertje en de ui bij de warme olie. Voeg er de kruiden (basilicum, rozemarijn en tijm) aan toe.
Snijd de venkelworst in stukjes. Ik heb zelf graag iets grotere stukken, want het is leuk om die te proeven/zien liggen tussen de pasta.
Bak de stukjes venkelworst in een pan met olijfolie.
Ondertussen snijd je de kerstomaatjes in tweeën en voeg je ze toe bij de ui, de knoflook en het pepertje. Laat sudderen op een matig vuur.
Wanneer de venkelworst bijna klaar is, zet je het vuur iets hoger en giet je er een glas rode wijn bij. Laat inkoken, zodat de alcohol verdampt.
Voeg alles wat in de pan ligt bij de tomaatjes en voeg ten slotte de twee blikken kerstomaatjes toe aan de saus. Breng op smaak met zout en peper. Laat deze heerlijke saus zeker 1 uur op een laag vuurtje sudderen. Het is belangrijk dat de saus even trekt, zodat alle smaken zich met elkaar kunnen vermengen.
Ten slotte kook je de pasta. Ik gebruik graag brede pappardelle of rigatoni. Zorg dat de pasta echt nog al dente is, want dat maakt het veel lekkerder. Meng alles. Doe in een grote schaal en strooi er wat verse Parmezaanse kaas over. Zet de schaal in het midden van de tafel.